Fruitchips

“Mama mag ik chipjes?” Vanaf nu zal je nooit meer nee hoeven te verkondigen. Want deze fruitchips mogen altijd. Althans dat vind ik dan, ik ga mij natuurlijk niet bemoeien met jouw culinaire opvoeding. Het idee is heel simpel, je snijdt, of nog beter schaaft het fruit in hele dunne plakjes. Deze plakjes laat je drogen in de oven, waardoor er lekkere en krokante chipjes over blijven.

De truc is om de plakjes zo dun mogelijk te maken. Ik gebruik hier zelf een mandoline voor. Dat is een grote schaaf, die reuze handig is in de keuken. Ik heb deze van mijn grote vriend Bol. Je kunt het ook met een kaasschaaf doen, of heel dun snijden met een mes. Als het maar lekker dun is, want dan worden ze lekker crispy. 100% kidsproof dus!

Dit heb je nodig
1 peer
1 appel
1 banaan
1 tl kaneel
Sap van een halve citroen

Zo maak je het
Verwarm de oven voor op 100 graden.

Was de appel en de peer en verwijder het klokhuis met een appelboor.

Snij de appel en de peer met schil en al in hele dunne plakjes. Het is het handigste om dit met een mandoline of een kaasschaaf te doen.

Hoe dunner de plakjes, hoe beter het resultaat.

Doe de appel en peer in een kom en voeg de kaneel en het citroensap toe.

Snij de banaan ook in hele dunne plakjes, strooi ook wat kaneel en citroensap over de banaan. Dit kun je beter niet in een kom mengen, want dan vallen de plakjes uit elkaar.

Leg de plakjes naast elkaar op een bakplaat met bakpapier. Zorg dat de plakjes elkaar niet overlappen.

Bak de fruitchips in 90 minuten krokant.

Laat ze afkoelen. Je kunt de fruitchips een dag of 2 luchtdicht verpakt bewaren. Maar het is beter om ze meteen op te eten.