Alles over de verschillende slasoorten

Vandaag duiken we samen in de wereld van allerlei slasoorten. Misschien klinkt dat niet direct als het spannendste onderwerp, maar geloof ons: er valt zoveel meer te ontdekken dan die standaard kropsla die we vroeger allemaal op ons bord kregen.

Wij zijn dol op salades en gebruiken sla in zoveel verschillende gerechten. Of we nu een snelle lunch maken, een bijgerecht voor het avondeten of een feestelijke salade voor visite – sla ligt altijd in de koelkast, ready to go. Maar weten jullie wel hoeveel verschillende soorten er zijn? En wat je ermee kunt doen? Wij vertellen je meer.

De klassieke slasoorten: kropsla en ijsbergsla

Laten we beginnen bij de basis. Kropsla kennen we allemaal – die mooie, ronde krop met zachte, lichtgroene bladeren. Super veelzijdig en mild van smaak. Wij gebruiken kropsla graag als basis voor een gemengde salade of als frisse wrap in plaats van een tortilla. Een handige tip: bewaar kropsla niet te dicht bij fruit zoals appels of bananen. Die geven namelijk ethyleen af, waardoor je sla sneller slap wordt. Zonde!

IJsbergsla is de knapperige neef van kropsla. Zijn crispy bladeren maakt deze slasoort perfect voor burgers en wraps. Ook is het verrassend lekker om een kwartje ijsbergsla te grillen met wat olijfolie en zeezout.

Pittige rucola, veldsla en waterkers

Houd je van wat meer pit? Dan zijn deze drie echt iets voor jou! Rucola herken je aan de donkergroene dunne blaadjes met die typische peperige smaak. Wij zijn er helemaal weg van. Heerlijk in combinatie met zoete ingrediënten zoals vijgen of rode biet. Of probeer eens wat jonge rucolablaadjes over een verse pizza te strooien direct nadat deze uit de oven komt.

Veldsla heeft kleine, zachte blaadjes. De smaak is mild nootachtig en past goed bij een dressing van honing en mosterd. En weet je wat zo fijn is aan veldsla? Je kunt het met wortel en al eten!

Waterkers is misschien wel onze favoriet als we op zoek zijn naar een pittige kick. Die kleine, ronde blaadjes hebben een verrassend scherpe smaak die doet denken aan radijs. Perfect om een simpele aardappelsalade op te peppen of om toe te voegen aan je boterham met kaas. En het is nog supergezond ook.

Romeinse sla en Little Gem: de stevige slasoorten

Als we een Caesar salade maken, grijpen we altijd naar Romeinse sla (ook wel romaine genoemd). Die lange, stevige bladeren met dikke nerven zijn stevig genoeg om een romige dressing te dragen zonder slap te worden. En wist je dat je Romeinse sla ook kunt grillen? Even halveren, besprenkelen met olijfolie en een paar minuten op de barbecue. Verrassend lekker!

Little Gem is eigenlijk een kleine versie van Romeinse sla. De compacte kropjes met knapperige bladeren zijn perfect als je een individuele salade wil maken. Wij gebruiken ze trouwens ook vaak als ‘schuitjes’ om te vullen met bijvoorbeeld tonijnsalade. Superhandig voor een buffet!

De kleurrijke slasoorten: rode eikenbladsla, lollo rosso en radicchio

Wil je je salade wat spannender maken? Voeg dan eens wat kleur toe! Rode eikenbladsla herken je aan de roodbruine, diep ingesneden bladeren die (je raadt het al) op eikenbladeren lijken. De smaak is zacht met een licht bittere ondertoon.

Lollo rosso, met zijn gekrulde, roodpaarse bladeren, brengt niet alleen kleur maar ook textuur in je salade. Het licht bittere accent maakt je salade net even interessanter.

En dan hebben we nog radicchio, die prachtige paarsrode sla die eruitziet als een kleine rodekool. De smaak is best wel bitter, maar juist dat maakt hem zo bijzonder in combinatie met zoete ingrediënten. Onze tip: snijd radicchio in kwarten en grill ze kort. De bitterheid wordt zachter en er komt meer zoetheid vrij. Even besprenkelen met balsamico-azijn en wat geschaafde Parmezaanse kaas en genieten maar.

Onze favoriete sla-tips

Na jaren experimenteren met verschillende slasoorten hebben we een paar gouden tips verzameld:

1. Mixen maar! Combineer verschillende soorten sla voor meer smaak, textuur en voedingswaarde. Onze standaardmix is vaak wat romaine voor de knapperige bite, wat rucola voor de pepersmaak en wat veldsla voor de zachtheid.
2. Was je sla. Sla wassen en drogen kan een gedoe zijn. Onze tip: gebruik een slacentrifuge! Geen slacentrifuge? Leg de gewassen sla dan tussen twee schone theedoeken en zwaai voorzichtig rond (tip: doe dit buiten of in de douche badkuip).
3. Bewaar sla goed. Leg een velletje keukenpapier in een afgesloten bak en leg daar je sla op. Het papier absorbeert het vocht en je sla blijft langer knapperig.
4. Dressings doen. Kies de juiste saus bij verschillende soorten sla. Zachte slasoorten vragen om lichte dressings (citroen, olijfolie), terwijl stevigere soorten zoals romaine of radicchio best wat romige dressing kunnen hebben.
5. Geef slap geworden sla een ijsbad! Slap geworden sla is niet verloren. Dompel het 10 minuten onder in ijskoud water en je zult verbaasd zijn hoe het weer tot leven komt.