Kaiserschmarrn met kersencompote

Begin met de kersencompote. Kook de kersen op een zacht vuur met een klein scheutje water en een el suiker tot compote.

Zodra de kersen een klein beetje kapot gaan en het meer een saus begint te worden voeg je een papje toe van de maïzena met een el water. Breng dit al roerend nog even kort aan de kook. Je zal zien dat het dikker wordt. Zet het vuur uit en laat de compote afkoelen. Na het afkoelen wordt de kersencompote nog dikker.

Voor de Kaiserschmarrn splits je de eieren. Mix de eiwitten in een schone en vetvrije kom tot stevige pieken.

Klop de eidooiers met de suiker, de bloem, de melk en een snuf zout tot een dik en egaal pannenkoekenbeslag. Ik heb dit met een garde geklopt

Vouw de eiwitten er tenslotte met een spatel voorzichtig doorheen. Je krijgt een heel luchtig beslag.

Verhit een flinke klont roomboter in een koekenpan. Voeg een laag beslag toe van ongeveer 1 cm dikte. Het hangt dus van de grootte van je pan af, in hoeveel sessies je dit gerecht kunt bakken.

Bak de onderkant van de Kaiserschmarrn goudbruin. Bij een kleinere pan duurt dit ongeveer 3 tot 4 minuten. Draai de pannenkoek om en bak ook de andere kant goudbruin. Het is niet erg als de pannenkoek breekt.

Breek de Kaiserschmarrn vervolgens in stukjes met een spatel. Voeg nogmaals een klont roomboter toe en bak de stukjes rondom aan en gaar. Voor een extra crispy effect voeg je een lepel suiker toe en bak je dit mee.

Serveer de Kaiserschmarrn met de kersencompote en poedersuiker. Serveer meteen.