Truffelrisotto met paddenstoelen

Begin met het maken van de kaasschotsen. Verwarm de oven voor op 200 graden (boven- en onderwarmte). Rasp 100 gr Grana Padano. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Verdeel eetlepels van de kaas over de bakplaat. Je kan dus best wat grotere vormen maken. Bak de kaaskoekjes in ongeveer 8 – 10 minuten goudbruin in de voorverwarmde oven. De kaasschotsen zijn klaar als de buitenkant goudbruin kleurt. Laat ze afkoelen op de bakplaat. Breek ze daarna in stukken. Je kan dit prima een avond van tevoren maken.

Pel en snipper de ui. Fruit dit op een laag vuur aan in een beetje olijfolie. Zet het vuur iets hoger en voeg de risottorijst toe. Roer het geheel 2 minuten door totdat de korrels glazig zien. Blus het af met de witte wijn en blijf roeren totdat al het vocht opgenomen is. Voeg beetje bij de beetje de warme bouillon toe. Schep steeds een soeplepel bouillon bij de rijst, blijf roeren en wacht tot al het vocht verdwenen is. Herhaal deze stap, totdat alle bouillon opgenomen is. Voeg de truffelsalsa toe en roer even om. Voeg de geraspte Grana Padano en de roomboter toe. De risotto is klaar als hij “al dente” en smeuïg is. De risotto moet vloeibaar zijn en “lopen” op de lepel.

In de tussentijd bak je de paddenstoelen. Hak de knoflook fijn. Maak de paddenstoelen schoon en snijd ze in stukken. Verhit wat olijfolie in een koekenpan. Voeg de knoflook en de champignons toe en bak deze rondom goudbruin. Breng de paddenstoelen op smaak met peper en zout en de blaadjes van de verse tijm.

Verdeel de truffelrisotto over de borden. Verdeel de gebakken paddenstoelen hier overheen. Garneer de risotto met truffel met een kaasschots. Serveer meteen.