Chocolade panna cotta

Week de gelatineblaadjes 10-15 minuten in een kom met koud water.

Smelt de chocolade au bain marie. Hiervoor zet je een vuurvaste mengkom op een pan met een laagje water. Zet de pan op het vuur en de mengkom er bovenop. Breng het laagje water aan de kook en breek de chocolade in stukken in de mengkom. Roer met een pollepel de chocolade tot hij helemaal gesmolten is. Haal van het vuur.

Schenk de slagroom in een steelpannetje en breng zachtjes aan de kook. Roer 40 gram suiker er door en laat helemaal oplossen. Voeg de gesmolten chocolade en roer door tot alles gemengd is. Neem de steelpan van het vuur en roer met een garde de uitgeknepen gelatine er door totdat deze is opgelost.

Spoel de puddingvormpjes af onder koud water, schud ze uit, maar droog ze niet af. Dit helpt om straks de panna cotta te storten. Vul de vormpjes met het chocolademengsel en laat afkoelen tot kamertemperatuur. Zet ze daarna 4-6 uur in de koelkast om ze verder op te laten stijven.

Maak alvast de koekkruimels. Verwarm de oven voor op 200 graden (electrisch), 180 graden (hetelucht)

Snijd de boter in in kleine blokjes en kneed samen met 35 gram suiker en bloem tot een crumble. Strooi over de bakplaat en bak in 10-15 minuten goudbruin. Haal uit de oven en laat afkoelen, zo worden ze lekker knapperig.

Houd de vormpjes enkele tellen onder heet water, het water mag niet in het vormpje lopen. En stort de chocolade panna cotta dan op een bordje. Schep er wat kruimels naast en op en versier met vers fruit. Ook lekker met een flink eetlepel slagroom!